Ik zit op de bank en kijk naar het gedenkhoekje voor mijn lieve moedertje. Een prachtige roze lelie staat in het tinnen vaasje van haar oma en verspreid een heerlijke geur. Een rozenkwarts, een bergkristal en een amethist cluster staan mooi te zijn en stralen voor mij rust uit. Een foto waarop mijn moeder al ziek is maar evengoed zit te schateren. In het lijstje een veertje dat ik vond op de plek waar haar as is uitgestrooid, het veertje houdt de hanger met daarin de as van haar liefste broertje vast. Voor altijd samen.
Een druppelvormige urn bewaart het laatste letterlijk stoffelijke van wat ooit mijn lieve moedertje was. Het ronde steentje dat met mam de oven in ging om zeker te weten dat het haar as was dat we mee zouden krijgen ligt er ook. Het is belangrijk voor me, het is het aller laatste dat mama “bij zich had” en dat ze mij nog heeft kunnen “geven” nadat haar lichaam voorgoed verdwenen was. Die steen is voor mij het laatste overblijfsel in vaste vorm en dat tot het einde bij haar is geweest. Mama is verdwenen, de steen is het bewijs dat haar lichaam er ooit was maar er echt niet meer is. Dat steentje geeft me gek genoeg troost en houvast, alsof mam haar ziel in die steen is gekropen om bij me te kunnen zijn.
Iedere dag zie ik het hoekje, het is de enige plek die ik nog heb om dichterbij haar te kunnen zijn. Iedere week maak ik het schoon en haal nieuwe bloemen voor in het vaasje. Soms praat ik tegen haar, ik weet dat ze me hoort. Soms overvalt me een gevoel waardoor ik wéét dat ze even bij me is. Een soort rust en een stilte die ik alléén ervaar als ze er even is, als ze er niet meer is spoelt de eeuwige drukte weer door mijn hoofd en lijf in een niet te stoppen stroom van prikkels. Het is inmiddels 8 maanden geleden dat ze overleed, en hoewel het nooit zal wennen dat ze er niet meer is, het lukt me redelijk goed om te doen wat ik haar heb beloofd, namelijk doorgaan met mijn leven.
Als ik achteraf terug kijk naar de eerste paar maanden zonder moeder denk ik dat ik gebrokener was als dat ik toen dacht. Ik kon “gewoon” mijn werk doen, al heb ik nog steeds regelmatig dat ik door de oudere dames om me heen onwillekeurig aan mijn moedertje moet denken. Wanneer ik Gea van in de 90 in de ochtend wakker maak en ze me aankijkt met eem glimlach dan zou ik willen dat mam ook nog glimlachend wakker zou kunnen worden, dat ze ook ver in de 90 jaar oud zou mogen worden.
Mijn huis heeft de afgelopen maanden de nodige veranderingen ondergaan. Zonder problemen, ondanks dat ik niet zoals vroeger foto’s naar mijn mam stuurde om te laten zien hoe het was geworden. Toch gebeurde het afgelopen week dat ik naar het gedenkhoekje keek, moest denken aan de laatste klus in huis die ik geklaard heb en ontplofte. Zonder aankondiging van emoties begon ik te brullen als een klein kind. Meestal bouwt het zich wel op, dan voel ik me een paar dagen wat somber en krijg ik een drukkend gevoel in mijn lichaam, als een ballon die wordt opgeblazen tot hij nét niet knapt. Op die momenten weet ik dat ik “er even voor moet gaan zitten” Dan zet ik muziek op die me aan mijn moeder doet denken en gooi ik alles er uit.
Maar nu kwam het dus onverwachts. Ineens was daar weer even dat besef dat ze weg is en nooit meer terug komt. Nooit meer een berichtje sturen, nooit meer een “ploekieng!” van messenger omdat ik een berichtje van mijn moedertje terug kreeg. De veranderingen in mijn huis en leven zal zij nooit zien. Mijn leven gaat door, ik doe dingen voor de toekomst terwijl mijn moeder geschiedenis is. Mijn moeder is geschiedenis en dat doet zo f*cking veel pijn!
Het gaat nu beter met me dan een paar maanden geleden, voorzichtig geniet ik weer van dingen. Ik geniet van dingen zonder schuldgevoel, want mam wilde dat ik door zou gaan met mijn leven en zou genieten van de dingen die ik doe. Ik ga weer dagjes weg, gepland of in een opwelling en over twee weken ga ik zelfs op vakantie, ik kijk daar echt enorm naar uit!
Het klopt wel wat ze zeggen, er is een leven vóór en een leven na. Mijn leven ná probeer ik weer vorm te geven. Als dat even niet lukt dan mag dat en hoef ik alleen maar lief te zijn voor mezelf en toe te geven aan wat ik op dat moment nodig heb.
Net als ik denk dat het allemaal wel goed gaat komt de man met de hamer weer even voorbij en rost alles weer even in elkaar. En wanneer ik denk dat ik altijd verdrietig zal blijven merk ik dat ik tóch kan genieten van de mooie dingen in het leven. Ik vind het maar een raar iets, dat rouwen.