Dagstart

“Goedemorgen, lieve Gea” zeg ik zacht terwijl ik Gea’s kamer in loop om even te kijken of ze al wakker is. Ik zie twee kraaloogjes boven de deken uitkomen, slaperig kijkt ze me aan. Maar de glimlach waarmee Gea me ’s morgens meestal begroet, blijft uit. “Dag vrouw, heb je lekker geslapen?” vraag ik haar. De enige reactie die ik zie is een hele diepe zucht. Gea sluit haar ogen een paar tellen, maar kijkt me vervolgens toch weer aan met slaperige ogen die pijn uitstralen. Geestelijke pijn. Ik trek de luie stoel naast het bed, ga erop zitten en pak Gea’s hand. In stilte streel ik haar gerimpelde hand en zeg zacht nog wat lieve woorden en vraag nog een keer of ze lekker geslapen heeft. “Nee” komt er kort steunend uit. “Waar ben ik?” vraagt ze terwijl ze me vragend aankijkt. Ik leg uit waar ze is, noem de plaatsnaam en de naam van het huis en ik zie iets van erkenning. “Oja” fluistert ze verslagen “de Oude Vesting” Nog een diepe zucht volgt.


“Ik kan beter dood zijn” de pijn van Gea is bijna voelbaar. Gea realiseert zich redelijk goed wat er gebeurt met haar. Ze stelt regelmatig vast: “het is niet goed met mijn hoofd he?” Vaak leg ik haar dan uit wat er aan de hand is. Dat zij een ziekte in haar hoofd heeft die dementie heet en dat die ziekte ervoor zorgt dat ze soms in de war is en dingen vergeet. Gea accepteert die uitleg zonder problemen, bijna alsof ze blij is dat er een uitleg ís voor wat er met haar gebeurt. De dementie begint alleen steeds meer grip te krijgen op Gea. De verwardheid neemt toe, de regelmaat waarmee zij aangeeft naar huis of naar haar ouders te willen ook. Gea’s lichaam is iedere dag in “de Oude Vesting” maar haar hoofd is steeds vaker elders. Dan weer in de Tolsteeg in haar geboorteplaats, dan weer in haar huidige woonplaats op een steenworp afstand van waar ze nu woont. 


We zijn een paar momenten stilletjes samen, zij in bed en ik op haar luie stoel, terwijl ik haar warme hand in de mijne heb. “Ik vind er niks meer aan zo” vertrouwt Gea, die nog steeds in bed ligt, me toe. Ik verplaats mijn hand naar haar hoofd en streel over haar haar. Zeg dat ik niet weet wat ik moet zeggen, vertel dat ik het heel erg vind wat er allemaal in haar hoofd gebeurt. Een mondhoek trekt iets omhoog, een klein teken van een glimlach die nog vaak op haar oude gezicht te zien is. “Dankjewel, lieverd. Je bent een lief meiske” Deze woorden raken me, maar er is een kleine ingang. Het enorme verdriet waarmee Gea wakker is geworden is een piepklein beetje gescheurd door de inie-minie glimlach die ik in een fractie van een seconde heb gezien. “Ik kom je even helpen met wassen en aankleden, lieverd” zeg ik tegen Gea. “Zal ik een muziekje voor je opzetten? Dat vind je altijd wel fijn” Ik trek me niet zoveel aan van de schouders die opgetrokken worden, ik wéét wat muziek met Gea doet. Vooral muziek van haar favoriete zanger, en dus zet ik de afspeellijst op die ik speciaal voor haar gemaakt heb. Een afspeellijst met muziek van Rob de Nijs.


Weer een diepe zucht, maar ondertussen slaat Gea de deken van zich af. Langzaam en haperend, zoals de meeste ouderen op mijn afdeling, komt ze overeind. “Hm, hm, hm, hm. Hm, hmmm, hm, hm” op de maat van Rob de Nijs’ Ritme van de regen neuriet Gea mee, staat op en waggelt naar de badkamer. Zingend loop ik achter haar aan en ik maak een dansje in het kleine badkamertje. “Gelukkig saam!” zing Gea. Ze glimlacht, draait een rondje, trekt haar nachthemd omhoog en haar onderbroek omlaat om vervolgens al zingend op de wc te gaan zitten. Haar stilte maakt plaats voor een gezellig gekwebbel. Echt een gesprek is het niet, want Gea heeft nog een hoop woorden in haar woordenschatkist, maar kan er niet vaak meer een samenhangend verhaal van maken. Korte zinnen lukt nog wel, maar zodra zij veel te vertellen heeft rollen losse woorden uit haar mond in een niet te begrijpen woordenbrij. Maar dat maakt niet uit. Gea is wakker, ze is uit bed en heeft het voor haar doen weer naar haar zin. Ik ondersteun haar bij het wassen, geef haar de kleding aan en we lachen omdat ik ben vergeten haar een onderbroek onder de broek aan te trekken? “Oen!” noemt ze me lachend. We lossen dit kleine ongemak op. Gea laat zich instrueren om het gebit te poetsen, de haren te kammen en ik doe nog even een lekker luchtje bij haar op. Samen lopen we naar de huiskamer waar ze naast haar vriendin Ada haar ontbijt kan eten. 


Het is vandaag gelukt om Gea van een somber wakker worden om te buigen in een betere stemming, een stemming waarbij ze zichzelf niet zo in de weg zit. Maar met dementie weet je helaas nooit hoe lang dit duurt, de verwardheid en alles dat daarbij komt kijken kan ieder moment weer toeslaan. Het is een mensonterende rotziekte.


door Sonja 13 augustus 2025
Net als ik denk dat het wel goed gaat komt de man met de hamer weer voorbij en rost alles weer even in elkaar. En wanneer ik denk dat ik altijd verdrietig zal blijven merk ik dat ik tóch kan genieten van de mooie dingen in het leven. Met ups en downs pak ik mijn leven weer op na het verlies van mijn lieve moedertje.
door Sonja 20 mei 2025
Nooit meer gebeurt toch weer. Onze rechtse regering staat erbij, kijkt ernaar en keurt het, al dan niet stilzwijgend, goed. Wat kan ik doen om dit te stoppen? Niks, en dat frustreert me. Het maakt me intens verdrietig. Dus doe ik dat wat ik kan om nog een béétje het gevoel te hebben dat ik iets doe om te zorgen dat er aandacht blijft voor Gaza en de genocide die daar plaats vind.
door Sonja 6 mei 2025
5 Mei, kort voor acht uur. De tv staat aan en in de kamer is het rustig. Stil. De taptoe klinkt, het is vandaag dodenherdenking. Ik zit met mijn dikke billen op het stevige tafeltje tussen Gea en Janneke in. De emoties zijn bijna tastbaar op deze avond waarop onze bewoners onherroepelijk geconfronteerd worden met hun herinneringen aan de oorlog.
Show More