Op een doodgewone maandag ik mei smeer ik routineus mijn handen in met mijn
nieuwe handcreme, voor de verandering heb ik eens Nivea Soft gekocht. De geur
roept onmiddellijk herinneringen op, ik sluit mijn ogen en.....
Ik zie het strand van Hargen aan Zee voor me. Het strand waar ik als klein meisje van een jaar of 5 vaak met mijn ouders en broertje kwam. De plek waar mijn vader een “blubsie"kuil maakte, een kuil die diep genoeg was dat het grondwater door hetzand omhoog kwam en we dus blubber hadden. Uit het zand steekt een halve witte steel, die halve steel zal wanneer hij goed vast staat de blauw gebloemde parasol die altijd mee gaat naar het strand, omhoog houden.
Een blauw geruite deken wordt onder de parasol gelegd, de plek waar wij als gezin onder kropen om onze meegebrachte boterhammen met speculaas of een gebakken eitje op te eten. Van die heerlijke strandboterhammen die de avond tevoren werden klaargemaakt en op het strand steevast een extra ingrediënt kregen: zand.
Huppelend en springend langs de waterlijn, de blauw gebloemde parasol in de gaten houdend, werd ik blij van het water dat over mijn kleine kindervoetjes spoelde. Schelpen zoekend dwaalde ik langs de golven die het strand bereikten, de mooiste schelpen verdwenen in mijn emmertje. Zo af en toe raakte ik de blauwe bloemenparasol uit het oog. Vol vertrouwen, wetend dat mijn ouders me toch wel in de gaten hielden en me op zouden komen halen als ik nog verder af zou dwalen, bleef ik turen tot ik hem weer zag en liep terug tot ik er weer vlak voor stond.
Moe van het spelen en met zand in mijn haren en tussen mijn tenen zie ik mijn ouders de tassen weer inpakken, het is tijd om weer naar huis te gaan. Maar de dag is nog niet voorbij! We stappen in on ze blauwe “lelijke eend”
en op weg naar huis rijden we door Schoorl, daar stappen we weer uit om bij de snackbar lekker patat met een snack te gaan eten. Die snackbar op zich is helemaal niet zo bijzonder, maar die snackbar was voor mij als klein Sonjaatje het hoogtepunt na een dag spelen op het Hargense strand.
Met volle buiken van de patatjes en slaperig van een fijne zomerse dag worden mijn broertje en ik thuis gedoucht. Ik moet giechelen om het zand dat uit mijn haren op de vloer spoelt, ik had gewoon een stukje strand met me meegenomen.
Ik open mijn ogen en zie de huiskamer van het huis waar ik als 46 jarige vrouw woon. Terug uit mijn dagdroom en glimlachend om de mooie herinnering, die de geur van iets simpels als Nivea handcrème met een noodvaart naar boven bracht.